Elk jaar houdt Nederland op 4 mei de Dodenherdenking. Tijdens deze plechtigheid herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
De christelijke herdenkingsdienst voorafgaand aan de Dodenherdenking heeft in Dordrecht oude papieren: het is een jarenlange traditie, die al sinds 1946 bestaat. Toen deze traditie in 2011 beëindigd dreigde te worden heeft de stichting Reformatie Instituut Dordrecht direct de handschoen opgepakt en wist in korte tijd in samenwerking met het Platform Stedelijke Herdenking en de Dordtse kerken een herdenkingsdienst te organiseren. Sinds 2012 wordt de christelijke herdenkingsdienst georganiseerd door een samenwerkingsverband van de Raad van Kerken en het Reformatie Instituut Dordrecht.
Ieder jaar wordt een programma uitgewerkt, waarin vertegenwoordigers van de christelijke kerken worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren. De Dordtse verzetspsalm, psalm 43, speelt vaak een nadrukkelijke rol in de programmering. De Dordtse verzetsman Leendert Keesmaat had de psalm op zijn lippen op weg naar zijn executie op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Hij is één van de achttien doden uit het beroemde gedicht van Jan Campert.
Genodigden die een rol vervullen bij de plechtigheid op het Sumatraplein verlaten eerst de kerk. Het publiek blijft in gepaste stilte zitten. Namens de organisatie zal op een bepaald moment, tijdens het spelen van de muziek, de bezoekers de weg naar de uitgang worden gewezen.
Na de bijeenkomst in het kerkgebouw heeft een ieder de gelegenheid zich aan te sluiten bij de stille tocht, die om half acht vanaf het Oranjepark vertrekt richting herdenkingsmonument bij het Sumatraplein.
Hieronder vind u de programmering van voorgaande herdenkingsdiensten:
Voor de dodenherdenking van woensdag 4 mei 2011 zal toch een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd worden. Dordtse kerken hebben onder regie van het RID de handen ineen geslagen voor een korte, plechtige samenkomst die voor iedereen toegankelijk is. Dat gebeurt tussen 18.45 uur tot 19.15 uur in het gebouw van de Christelijk Gereformeerde Kerk/ Centrum (hoek Singel/ Dubbeldamseweg).
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst op 4 mei neemt Psalm 43 een centrale plaats in. De Dordtse verzetsman Leendert Keesmaat (die op 20 april 2011 honderd jaar geleden werd geboren) had de psalm op zijn lippen op weg naar zijn executie op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Hij is één van de achttien doden uit het beroemde gedicht van Jan Campert. Het programma voor de herdenkingsbijeenkomst ziet er (onder voorbehoud) als volgt uit:
Programma herdenkingsbijeenkomst ‘Van het donker naar het licht’
naar aanleiding van de Dordtse verzetspsalm, Psalm 43:4
18:15 | Kerk open |
18:30 | Variaties op het Wilhelmus door ensemble ‘Scherzando’ o.l.v. Benno van Luttikhuizen |
18:45 | Woord van welkom door het RID (André Diepenbroek en Pieter Verhoeve) |
18:47 | Uitspreken avondgebed Luther door ds. K. Streefkerk namens de Raad van Kerken |
18:49 | Historische toelichting op Psalm 43 door Hans Berrevoets, voorzitter Platform Stedelijke Herdenking |
18:51 | Schriftlezing Psalm 43 door ds. A.J. van Zuijlekom (Gereformeerd Vrijgemaakt predikant) uit de Dordtse Bijbel |
18:53 | Meditatie Psalm 43 door W. Grandia (voorganger Jozua) |
18:58 | Zingen Psalm 43:6 in oude berijming o.l.v. Scherzando |
19:00 | Toespraak H. Bax, voorzitter Oranjecomité ‘Herdenken en Gedenken’ |
19:03 | Gedicht ‘De 18 doden’ van Jan Campert (de strofen 1, 3, 6 en 7), voorgedragen door Marinne Tanis van het Wartburg College, locatie Marnix |
19:07 | Declameren de eerste 20 namen van de lijst van gevallenen door Rikie Bansveld (coördinator Buitenwacht) |
19:11 | Gebed voor de vrede in de stad; moment stilte; gezamenlijk ‘Onze Vader’ door ds. A. de Lange |
19:14 | Uitleidende muziek ‘Stabat Mater’ door Scherzando |
Achtergrond
Op 13 april deelde de Gemeente Dordrecht in de eigen openbare publicatie – 4 mei programma – mee, dat de traditionele herdenkingsbijeenkomst was gestopt. “Formeel werd vorige week bekend gemaakt, dat de jaarlijkse interreligieuze herdenking was geschrapt, dus dat er voor de eerste keer sinds 1946 geen herdenkingsmoment was voor de dodenherdenking. De Raad voor levensbeschouwing, die de herdenking vorig jaar met de Buitenwacht droeg, had zich opgeheven. Het bestuur van de Buitenwacht stelde daarna nog eens vast dat voor de vieringen van de laatste jaren geen draagvlak meer was. De Raad van Kerken zag geen mogelijkheden voor 2011, maar wil voor 4 mei 2012 wel het initiatief nemen voor een breed overleg over weer een vaste herdenkingsbijeenkomst.” aldus Hans Berrevoets.
De stichting RID – ook de aanjager van het Calvijnjaar in Dordrecht – vroeg aan het Platform Stedelijke Herdenking om mee te denken in het vinden van een oplossing op korte termijn. Het RID is lid van het Platform Stedelijke Herdenking. Namens het RID coördineert historicus/ advocaat Pieter Verhoeve het inhoudelijke programma. Alleen een gebouw op loopafstand van de herdenking op het Sumatraplein zou in aanmerking kunnen komen. De kerkenraad van de Chr. Gereformeerde Kerk was, op advies van de eigen predikant ds. J.M.J. Kievit, bereid om op zeer korte termijn de stichting het vertrouwen te geven en de kerk beschikbaar te stellen. Hierop volgde spoedoverleg tussen een aantal partijen, waarbij het Platform Stedelijke Herdenking een sleutelrol vervulde. Uiteindelijk bleek het mogelijk te zijn om toch tot een herdenkingsbijeenkomst te komen.
Woordvoerder namens de stichting RID, Pieter Verhoeve, is zeer dankbaar voor de mogelijkheden op korte en langere termijn. Hij heeft zich namens het RID ingezet om dit jaar toch een herdenkingsbijeenkomst mogelijk te maken. “Na de bijeenkomst in het kerkgebouw heeft een ieder de gelegenheid zich aan te sluiten bij de stille tocht, die om half acht vanaf het Oranjepark vertrekt richting herdenkingsmonument bij het Sumatraplein. Ik vind het van groot belang, dat de in 1946 begonnen traditie voor onze Dordtse dodenherdenking behouden is gebleven. De plechtigheid heeft een christelijk karakter, maar uitdrukkelijk is de hele bevolking welkom.” Door goede samenwerking blijft de in 1946 begonnen traditie, dat er altijd een voor iedereen toegankelijke dienst is voor de algemene dodenherdenking in Dordrecht, toch behouden.
Ruim twee jaar zat de joodse Dordtenaar Jules Benedictus (83) tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken op een zolder boven een smederij in Dordrecht. Als 14- jarige beschreef hij in zeven dagboeken zijn persoonlijke ervaringen als onderduiker en deed minutieus verslag van nieuwsfeiten. In 2009 schonk hij de dagboeken aan Erfgoedcentrum DiEP. Voor DiEP aanleiding de dagboekverhalen centraal te stellen in het lesproject Herinneringen aan Achter boven.
Op 5 april 2012 heeft Jules Benedictus het eerste exemplaar in ontvangst genomen uit handen van een leerling van school Muhring, bij het Joods Monument in het stadhuis van Dordrecht. “Herinneringen aan Achter boven” is bedoeld voor basisschoolleerlingen uit groep 7 & 8 en biedt een inkijkje in de onderduikgeschiedenis van Jules Benedictus tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met het lesproject maken scholieren van archiefstukken, foto’s en dagboekfragmenten een herinneringenboek dat doorgegeven kan worden aan de volgende generatie.
Ineke Middag, directeur van Erfgoedcentrum DiEP: ,,Jules Benedictus’ dagboek vertelt een uniek en onbekend verhaal van een joods gezin dat de onderduik overleefde. Het stemt boos en blij tegelijk om wat de ene groep Dordtenaren Dordtse joden aandeed en hoe andere Dordtenaren hen hielpen dat te overleven. Het is belangrijk dat scholieren leren dat wat toen gebeurde nu ook kan gebeuren, ook op de kleinere schaal van pesten uitlachen en sociaal isoleren. Vrijheid, respect en tolerantie zijn niet vanzelfsprekend, dat moet je blijvend oefenen en dit lesproject helpt daarbij’’.
Familie Benedictus
Het vierkoppige Joodse gezin Benedictus zat ondergedoken in het huis van de familie Burger aan de Wijnstraat tegenover de Nieuwbrug in Dordrecht. Ook twee andere joodse kennissen werden hier ondergebracht. De gezinsleden overleefden de oorlog redelijk veilig dankzij de goede verzorging door de familie Burger en hun contacten. Ze speelden ’s avonds bridge, luisterden naar de Engelse radio en sliepen ’s nachts op een eigen zolderverdieping. Er waren allerlei maatregelen genomen om verraad te voorkomen en ook was er voor noodgevallen een vluchtroute.
Jules Benedictus volgde het advies van minister-president Pieter Sjoerds Gerbrandy die via Radio Oranje Nederlanders opriep hun oorlogservaringen op te schrijven. Hij begon op 1 januari 1944 en hield het precies vol tot de bevrijding op 10 mei 1945. Iedere dag was er wel een vermeldenswaardige gebeurtenis. Hij schreef nauwkeurig over de oorlogssituatie en het verloop van de fronten, o.a. met behulp van uitgeknipte kaartjes en zelfgetekende overzichten.
De dagboeken zijn voor de geschiedschrijving uitstekende bronnen. Ze geven een helder beeld van het ‘gewone’ leven van de onderduikers, hoe goed hun nieuwsvoorziening was en wat de beperkingen van het ondergedoken zitten betekenden. Jules schreef in een zeer leesbaar handschrift en voorzag zijn teksten van kaartjes, tekeningen en krantenknipsels. Er zit zelfs nog een brandlucht aan, omdat ze later een keer gered zijn uit een brandend huis.