Berichten met een Label ‘Presentatie’

Presentatie Herziene Statenvertaling

Op 4 december 2010 is de Herziene Statenvertaling (HSV) in de Grote Kerk van Dordrecht gepresenteerd. De kerk was met ruim 1000 bezoekers geheel gevuld. Met de afronding van de Herziene Statenvertaling is een prestatie van formaat geleverd door een team van meer dan 45 vrijwillgers (!). De stichting HSV heeft dit vaak vergeleken met de restauratie van een monument: juist vanwege de waarde en schoonheid moet restauratie plaatsvinden.

De secretaris van de stichting HSV, de heer I.A. Kole, startte met een toelichting op het programma. Daarna nam ds. H. Russcher, voorzitter van de stichting HSV, het woord. Hij wees erop dat de geschiedenis van de kamerling uit Handelingen 8 toont dat de noodzaak van het slechten van verstaanbarrières in de omgang met de Schrift een zaak van alle tijden is. Het probleem van de kamerling lag niet allereerst op het taalniveau (hij kende de Griekse Bijbelvertaling), maar bij de inhoud: over wie gaat het in Jesaja 53? Een geestelijke ontsluiting van de tekst blijft noodzakelijk. „Er is immers ook sprake van een geestelijke verstaanskloof. <…> We beseffen dat we met de HSV deze geestelijke verstaanskloof niet opheffen.” „Het is wel de overtuiging van allen die bij de totstandkoming van de HSV betrokken zijn geweest, dat onnodige barrières in het begrijpen van de Bijbeltekst moeten worden weggenomen.”

De eerste exemplaren van de HSV worden uitgereikt aan:

  • Enkele vertegenwoordigers van de overheid: J. Franssen, commissaris van de koningin van Zuid-Holland en burgemeester A. A. M. Brok van de burgerlijke gemeente Dordrecht.

    Commissaris Franssen noemde het een bijzonder moment dat als hij eerste rechtsopvolger van de Staten van Holland, die destijds opdracht gaven voor de Statenvertaling (SV), een exemplaar van de Bijbel in ontvangst mocht nemen.Overhandiging aan burgemeester Brok

    Dat de Staten van Holland een dergelijke opdracht nú zouden doen, is ondenkbaar. „In de huidige raadszaal staat naast de Bijbel ook de koran en de Joodse Bijbel. Dat geeft aan hoe geseculariseerd, multi-religieus en multicultureel de samenleving is geworden.”

    Burgemeester Brok refereerde aan de eerste Statenvergadering van Holland in Dordrecht waar Willem van Oranje in de zestiende eeuw uitgeroepen is tot min of meer het eerste staatshoofd. „In die zin is hier de basis gelegd voor de monarchie zoals die wij nu kennen.” Hij hoopt dat de HSV nieuwe generaties zal inspireren.

  • vertegenwoordigers van de kerken: ds. H. J. Lam, voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, ds. P. D. J. Buijs, preses van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, J. van der Dussen, secretaris van de Vlaamse Evangelische Alliantie en mevr. J. C. C. van Vreeswijk-van den Broek, echtgenote van wijlen ds. B. J. van Vreeswijk, die van 2002 tot 2010 voorzitter was van de stichting HSV.
    Ds. Lam sprak de hoop uit dat de HSV mag delen in de liefde die er eeuwen is geweest voor de Statenvertaling. „Zoals je van je grootvader houdt, houd je toch ook van je kleinkind?”
  • De HSV is vooral bedoeld om de Statenvertaling verstaanbaar te maken voor jongeren. Daarom werd ook aan twee jongeren, als vertegewoordigers van deze groep, een exemplaar uitgereikt. Thirza van de Wetering (12) en Daan van Everdingen (13) mogen een exemplaar in ontvangst nemen.Overhandiging aan Daan en Thirza
  • Prof. dr. F. A. van Lieburg, hoogleraar geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, reflecteerde over Bijbellezen de eeuwen door. De taalkundige kwaliteit van de Statenvertaling was zodanig, dat die wel een paar eeuwen kon verduren. Ook de wetenschappelijke kwaliteit van de Statenbijbel kon wel tegen een stootje. „Pas in de loop van de achttiende eeuw werd duidelijk, dankzij de toenemende kennis van de oosterse talen, dat voor tal van Bijbelse begrippen, en uiteindelijk voor die gehele Bijbel, een betere vertaling mogelijk was dan de geleerde vaderen hadden kunnen bevroeden.”

    Het grootste risico voor de verstaanbaarheid van de Bijbel lag echter niet op het vlak van de vertaling, maar in de interpretatie, zo zei de hoogleraar. Door de voortgang van de natuurwetenschappen en de Verlichting groeide de kloof tussen het klassieke wereldbeeld en de moderne werkelijkheidsbeleving. Voor de meeste mensen is de Bijbel heden ten dage in het beste geval een omnibus „voor mensen die van lezen houden”, aldus Van Lieburg. Juist ook jongeren kochten in 2004 de literaire editie van de Nieuwe Bijbelvertaling omdat die door het weglaten van de versindeling „leest als een roman.”

    Zowel de Statenvertaling als de HSV is brontekstgetrouw én doeltaalgericht, stelde de VU-hoogleraar. „Maar kenmerkend voor de HSV is dat ze naast een algemene doeltaal een specifieke doelgroep heeft. Hoewel ze toegankelijk is voor miljoenen mensen die Nederlands kennen, is ze geboren uit zorg voor een paar honderdduizend mensen voor wie de beproefde vaderlandse Bijbelvertaling dierbaar is. Ze wil een verantwoorde en bruikbare Bijbel zijn voor de brede gereformeerde gezindte en dan met name de jongere generatie. In die zin draagt ze net zo goed als bijvoorbeeld de Groot Nieuwsbijbel of Het Boek een missionair karakter, gericht op het bestrijden van het secularisatieproces.”

    Prof. dr. A. de Reuver, emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Utrecht, vermeldde dat Calvijn de herziene Bijbelvertaling van Olevitanus in 1546 kritisch tegen het licht hield, om de taal wat soepeler en begrijpelijker te maken. „Ook in 1546 dus een herziene Bijbelvertaling, met het oog op de verstaanbaarheid.” Toch is er om de Bijbel echt te verstaan, nog wel wat meer vereist is dan een toegankelijke vertaling, aldus prof. De Reuver.

    De Heilige Geest is de eerste en eigenlijke uitlegger van de Schriften. „Het grove geschut dat dezer dagen tegen de HSV in stelling wordt gebracht, lijkt te suggereren dat wij dit grondgegeven zouden negeren. Men verschiet zijn kruit. Het is ijver zonder verstand. Wij beseffen terdege dat een toegankelijk taalkleed wel de táálkloof kan overbruggen, maar niet de kloof van zonde en verblinding. Dat staat aan God de Heilige Geest alléén.

    Maar dit ontslaat óns niet van de roeping om, zoals ‘Dordt’ dat deed in de 17e eeuw, vandaag het taalkleed zo te plooien dat geen oneigenlijke vervreemding wordt gewekt, maar de eigenlijke kloof aan het licht kan treden. Wanneer Gods Geest ons van onze geestelijke blindheid overtuigt, beseffen we dat deze kloof alleen van de overzijde wordt overbrugd en dat alleen het licht van de Geest in de Waarheid leidt.”